Deze blog is bedoeld als website.
Ze bevat 4 onderwerpen:
keramiek
juwelen
gedichten
foto's.
Ze bevat 4 onderwerpen:
keramiek
juwelen
gedichten
foto's.
1.KERAMIEK
klei uit de schoot van moeder aarde
wordt tot steen verhard in vuur
Met een pitsjerig geluid smeuïg door de
vingers heen
glijdt de bruine kluit en wordt gekneed
tot steen
wringt en wroet en transformeert
tot uiteindelijk één vorm primeert
de ultieme transformatie de
boetseerkreatie
Met blote hand gekneed gewrongen en
gesmeed
verschijnt uit vormeloze homp een elegante
romp
nog week en zacht met gladde vacht
Nu mag een goddelijke zucht het even aaien
waarna de wind een ziel erin zal waaien
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
2.JUWELEN
gemaakt in was en laten gieten in zilver
of ook
geklopt, gehamerd,gevijld,
soms met een zwarte onyx ingewerkt
of met wat goud
of ook
geklopt, gehamerd,gevijld,
soms met een zwarte onyx ingewerkt
of met wat goud
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
3.GEDICHTEN
eenvoudige gedichtjes op rijm
geschreven in beeldende taal
plastisch als mijn keramiek
over de vrouw
erotiek
liefde
de natuur
een fotograaf
de dood
de Sint en Zwarte Piet
de kleinkinderen
Valentijn
verjaardag
een enkele in het Frans of het Duits
limerick
strand en zee
kunst
Ik word het nimmer moe je rondingen
te strelen
de blikken uit je oog te stelen
je
wangenblos te aaien
en “en passant” eens rond te graaien
’s Morgens vroeg bij het ontwaken
wens
ik je steeds aan te raken
twee naakte lijven tegeneen te wrijven
de warmte van je buik te voelen
om
het vuur wat af te koelen
s’ Middags ben je aangekleed met
broek en trui
en niemand weet wat onder deze vacht
verborgen
op de avond wacht
alleen ik kan vermoeden
welk vuur
daaronder ligt te broeden
’s Avonds voor het slapengaan
bied je
weer je naaktheid aan
Het naakt waarin je bent geboren
het naakt dat dient om te bekoren
mark2016.12
Voorgelezen op radio KLARA , de klassieke zender van Vlaanderen, ter gelegenheid van valentijnsdag 2019
Vakantiestrand
Fluweelzacht
naakt ligt zij op ’t strand
en onder hete
zon ontbrandt in mij de lust
om naast haar gladde dijen neer te vlijen
De ogen dicht
haar lippen vochtig
de mond iets open
Het doet mij
op een wonder hopen
Hitsig krijst
een meeuw hoog in de lucht
Een briesje
antwoordt met een zucht
waarop een
donspluim spiraalt boven de zee
Hij voert
verlangen met zich mee
Het briesje
streelt haar lippen
het verlangen
kust haar mond
de pluim aait
gans haar naaktheid rond
De ogen zijn
nu niet meer dicht
maar knipperen
onder ’t felle zonnelicht weerkaatsend op het blonde strand
Haar gedachten
zijn verbrand
verschroeid
door het verlangen
waarin haar lichaam zit gevangen
Fluweelzacht
naakt ligt zij in ’t zand
met op haar dij
mijn warme hand
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
4.FOTO's
camera: CANON EOS
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
KERAMIEK KERAMIEK KERAMIEK
erotisch theater |
Vrouwen in wit, in rood, in blauw, in zwart.
Vrouwen naakt, halfnaakt en gekleed.
burka
het is niet de koning die regeert
verwoesting
muziek is een kunst en raakt
een gevoelige snaar
de mantel der liefde
vliegen kan hij niet
!
de turnster
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
een zarzuela van
gedichten
afgewisseld met
keramiek en foto's
DIE TOTE STADT
Als ik denk aan Vlaanderen
zie ik Brugge in gedachten
oude huizen
pootje badend aan de grachten
Ik kuier langs de smalle straten
keikoppig geplaveid
muziek galmt over rode- pannen-daken
’t is de
beiaard
die zijn bronzen klanken spreidt
die zijn bronzen klanken spreidt
Zilveren druppels plenzen op het grote plein
Uit honderd monden
strooit
Canestraro haar fontein
rond de baksteenrode kleuren van
het concertgebouw
Klara nodigt uit
Vanuit ramen en door open deuren
klinkt Van Immerseels pleyel fragiel
op oude snaren
Spiegelend in winkelramen zie ik Jappen
naar mozartkugels staren
“Bruges la morte” “Die Tote Stadt”
is nu een bruisend vat
"Glück das mir verblieb"
uit "Die tote Stadt"
opera van Erich Korngold
op een libretto naar de roman van Georges Rodenbach
"Bruges la Morte"
uitgevoerd door Lotte Lehmann en Richard Tauber
(Odeon 1924)
https://youtu.be/MP7f2kOQrPk
Erich Korngold is geboren in Wenen. Hij werd beschouwd als een wonderkind, een tweede Mozart. Hij was vroeg in de twintig toen hij in 1920 de opera Die Tote Stadt schreef. Het kende een gigantisch succes in Wenen. Zijn evolutie als klassiek componist stokte toen hij in 1934 naar Hollywood vertrok en er filmmuziek componeerde. Korngold was Jood en vluchtte voor het opkomend Nazisme.
Die Tote Stadt speelt zich af in een huis in Brugge. Het verhaal gaat echter niet over Brugge maar over weemoed, herinneringen, liefde, dood.
is geboren in Doornik 1855
Zijn familie is van Duitse afkomst en vestigde zich halfweg de 18de eeuw in Roeselare. Ze hebben er de brouwerij Rodenbach gesticht.
Georges is de oom van Albrecht Rodenbach
flamingante dichter en oprichter van de "Blauwvoeterij"
Zijn roman "Bruges la Morte" had veel succes
Het toerisme in Brugge deelde in dit succes
⃟
Regendruppels druilen
Regendruppels druilen
en kleven aan
de straten.
De stad is leeg , de mensen schuilen.
Lang voordat het licht de dag moet verlaten
spreidt de nacht zijn deken
en houdt de dag het voor bekeken.
Het donker streelt de stad.
In ’t licht van een lantaarn
glimmen de kasseien.
glimmen de kasseien.
Nuru gel druipt van de gevels
en kleeft op de plaveien.
Even is de regen ademloos.
In de stilte tussen
licht en duister
klikt een lens recht in de roos.
Dan begint opnieuw
het gordijn te druilen.
Weer kleeft de regen aan de verlaten straten
en gaan de mensen schuilen.
⃟
‘t RONDPUNT “GEZELLE”
Krinklende
tollende autoding
stoot
zwart
rookpluimpje
uit.
Brommende
wielende
vluggeling
al
rijdende remt en tuit.
Al
tuitende knarsen
de
wieletjes
en
botsen tegen elkaar.
Ter
hemel stijgen weer
zieletjes
zieletjes
door
dit eenvoudig gebaar.
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
ZEE en STRAND
⃟
DE DUITSERS
De Duitsers zijn op ’t strand geland
’t is vakantie in hun land
Ze komen naar de Franse zee
en brengen schop en emmers mee
Ze bouwen Neuschwanstein op ’t strand
en diepe geulen in het zand
vanaf de duinen tot “das Meer”
zetten ze hun burchten neer
Het strand is helemaal omwoeld
Maar nu is ’t niet meer zo bedoeld
dat ze er jaren blijven staan
’t is slechts tot ze naar huis toe aan
De vakantie is voorbij
Wind en zee en het getij
maken alles weer egaal
“Auf wiedersehen”
tot volgend maal
⃟
tot volgend maal
⃟
⃟
HET NAAKTSTRAND
Het strand ligt vol met blote lijven
oude mannen rimpelwijven
niet esthetisch
niet
atletisch
niets om een gedicht te schrijven
hier en daar ligt soms een griet
die er toch wel knap uit ziet
met borsten rond
en strakke kont
en nog ander leuks aan biedt
Steevast is zij vergezeld
van een stoere knaap met geld
ferm gespierd
tatoes versierd
die zich als een haan aan biedt
De meid heeft oog voor knappe hanen
en laat zich niet te lang meer pramen
ze verwijderen het zand
met een handdoek en hun hand
en komen in de duinen samen
In het duin gebeuren zaken
die men niet schreeuwt van de daken
men hoort kreunen
men hoor steunen
alsof ze in extase raken
De haan komt uitgeput op ’t strand
hij likt de vingers van zijn hand
kijkt om en ziet
een andere griet
en schuift de eerste aan de kant
⃟
⃟
Onweer
aan zee
Hoor
ik een kind dat schreit op ‘t strand?
Krijst een meeuw over het schuim?
Het
is de wind
die giert door ’t zand
die giert door ’t zand
en
striemend jaagt over het duin
De
lucht weegt loodzwaar op de zee
en
rolt de golven op de vlucht
met
boven op hun kruin
openspattend
witgrijs schuim
Een
bliksemschicht verlicht het water
en
tovert blinkers op het schuim
Even
later
kraakt
een donderende mokerslag
over
het duin
Plots
plenst een druppel water
als
voorbode voor groot geweld
een
tweede plenst
en dra
is
een ganse regenwolk geveld
Met
emmers stort de douche neer
gepaard
met bliksems en gedonder
De
golven gaan als gek te keer
wat
een spektakel wat een wonder
Dit
geweld vormt uren lang
diepe
sporen op de grond
Mens
en dieren schuilen bang
Paniekerig
blaft een hond
’s
Morgens vroeg de dag nadien
schijnt de zon
schijnt de zon
in
al haar pracht
Het
onweer van de dag voordien
is
verdwenen in de nacht
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
EROTIEK
Een kippetje uit Amsterdam
Een kippetje uit
Amsterdam
nam elke dag getrouw de
tram
Lijn zes vertrekkend aan
de Dam
tot ze ter bestemming
kwam
Hoge hakken lange benen
blote roodgelakte tenen
Mini rokje kort van stof
,
eigenlijk was ze wel tof
Ze stapte aan de Wallen
af
Een jongen zag haar en
stond paf
Zijn ogen rolden uit hun
kas
hij dacht dat z’ een
verschijning was
Ze tippelde uitdagend
rond
met haar heupen en haar
kont
De jongen was zijn
zinnen kwijt
ging voor de bijl met
deze meid
Een wilde wip in een
hotel
Gelukkig had hij nog
zijn bril
Want zonder pluimen
zonder slip
stond daar een haan en
niet een kip
Afrodieten
Het water
kwam mij in
de mond
toen ik
voor het venster
stond
en al
het lekkers rook
en zag
dat in
de etalage lag
Exotisch prikkelende
geuren
tropische libelle
kleuren
Oesterzwam in venusmelk
saffraan nog
in de bloemenkelk
Cupido’s met kaviaar
Wenteltepeltjes per
paar
naast een
minnestreel gezet
rustend op
een truffelbed
Malse sneetjes
venusham
gevuld met
zoete bessenjam
opgerold in
afrodieten
Mijn God
wat was
het daar genieten
⃟
GESLUIERD
Duizelingwekkend mooi was zij.
Een levend pronkstuk had hij bij ,
de man met zwarte baard,
sterk en zwaar behaard.
Hij had witte sokken aan ,
zijn lijf ietwat ontbloot vooraan.
Enkel haar gezicht was bloot.
Maar wat zij al te kijk aanbood
onder haar doorzichtig kleed?!
Een lichaam dat, mijn god wie weet
nooit volledig prijs gegeven,
geheel met kantwerk was omgeven.
Haar half gesluierd lichaam
met een kanten slipje aan,
slank en licht van kleur,
omgeven door een geur
van saffraan vanille steranijs,
gaf enkel wat ze wilde prijs.
Maar wat ze prijs gaf was zo veel ,
zo overweldigend reeel,
Zo echt en toch zo mysterieus,
Zo weelderig zo genereus,
Zo mooi zo onvoorstelbaar,
En toch zo onbereikbaar.,
Ze ging weg zoals ze kwam,
met de witte sokken man.
Zonder spoor, ,verdween voor goed
Maar haar beeld zo lief en zoet
Blijft voor mijn ogen voort bestaan,
Naakt met een omfloerste sluier aan.
De amazone motormeid
In het opgepoetste
chroom
scherp gelijnd staalhard
weerspiegelt een fantoom
rood met blond op
lederzwart
de amazone motormeid
die stuurvast vaardig
rijdt
door het woelig
stadsverkeer
Auto’s wriemelen als
mieren
vensters draaien neer
Iedereen wil haar
versieren
Hey motormeid waar rijd
je heen
ik volg je wel en zeg
niet neen
als je me een knipoog
schenkt
en met je blonde haren
wenkt
Ik volg je hoopvol en
gespannen
maar kom terecht bij
zware mannen
die voor jou door hellevuur
gaan
en mij terstond tot puinhoop
slaan
Mijn ego wordt tot mul
gemalen
de rest worden kliniek
verhalen
GING LEREN
“HOE GA IK PIKANT
UIT DE KLEREN”
ZE STRIPTE ZICH BLOOT
MAAR SCHAAMDE ZICH DOOD
EN KROOP IN EEN
BOERKA MET VEREN
⃟
GOUDBLOND HAAR
Het goudblond
haar
dat steil de
hals verhult
is nu
gefriseerd als
je gedachten
tot Monroe
kapsel omgekruld
Weeral niet
wat we
verwachten
Jij blijft voor
ons verborgen
zal altijd voor
verwarring zorgen
Een aureool
zweeft rond je
haar
Je bent een
engel
mooi van bouw
geslachtsloos
zeldzaam raar
Ben je man of
ben je vrouw
Twijfel boezemt
angsten in
jij mysterieuze
androgyn
⃟
⃟
Hoe mooi de
klanken klinken
Hoe mooi
de warme klanken klinken
tussen koude stenen kaal gebogen
tussen koude stenen kaal gebogen
glashelder langs in lood gevatte ogen
hoog boven de pilaren
paaldansend naar beneden
paaldansend naar beneden
alsof het ballerina’s waren
Gevleugeld door bas en grote trom
subtiel gevuld met blazers
waait een kleurig strijkersaureool
waait een kleurig strijkersaureool
in de kathedraal rondom
Duizend klanken dansen vederlicht
aaien onze oren
en strijken onze ogen dicht
en strijken onze ogen dicht
Finaal sterft de muziek
in de gewelven uit
in de gewelven uit
Geen klank is meer te horen
gedaan het dansen
gedaan het aaien van de oren
gedaan het aaien van de oren
angstvallig stil de kathedraal
De dirigent krijgt niet de kans
te buigen naar de zaal
te buigen naar de zaal
Het handgeklap barst uit massaal
publiek veert op
het lijkt op in extase geraken
het lijkt op in extase geraken
Terug de strijkstok op de snaren
Weer dansen langs pilaren
de klanken op hun best
de klanken op hun best
en versmelten in de extase
van publiek en het orkest
van publiek en het orkest
Hoe mooi klonken de klanken
dansend langs de pilaren
alsof het ballerina’s waren
alsof het ballerina’s waren
speelt eigen werk
⃟
Rondgebogenlijnen
Een kunstig rond gebogen lijn
vloeiend als Zaha Hadid
de weidse Moldau in het klein
het zachtjes wiegen van het riet
heeft geen begin en eindigt niet
één houtskoolstreep
één borstelveeg
zonder breekpunt neergezet
op perkament
nog maagdelijk leeg
een zin uit één stuk ingebed
op steen of op een kleitablet
de glooiing van een vrouwenborst
een oogschelp
haarscherp afgeboord
een mond die naar de liefde dorst
of fijn
getatoeëerd
een woord op de heuvel voor de venuspoort
het zijn rond gebogen lijnen
die als rimpels in het zand
uit een glooiing plots verschijnen
en kalligrafisch uit de hand
in ‘t oneindig weer verdwijnen
Het maagdelijk witte vel
papier
baart vlugge houtskoollijnen
vormeloos brutaal tot
hier
en daar ze zich
verfijnen
tot nerven en tot
kleuren
die naar eikenbomen geuren
Het houtskoolzwart kleurt bruin
het papier zoekt naar
zijn stam
naar de wortels en de
kruin
en keert terug vanwaar
het kwam
Uit houtskoollijnen in
het woud
groeit een gezicht
gekerfd in hout
⃟
⃟
OM DE HOEK
DE MENS STAAT CENTRAAL
EEN BOEIEND GEGEVEN
VERSTRENGELD OF LOS
GEBEELDHOUWD ALS PAAR
DE MAN EN DE VROUW
ALS EENHEID VERWEVEN
INTIEM VERBONDEN
OP ZOEK NAAR ELKAAR
EEN VISIE VERKUNSTEN IN
STUG MATERIAAL
IS STEEDS EEN GEVECHT
MET DE WAS OF DE KLEI
ELK WERK HEEFT ZIJN
EIGEN VERHAAL
ELKE START BELOOFT EEN
BOEIEND KARWEI
⃟
EEN VREDELIEVEND FIGUUR
Beelden naakt in
keramiek
kloek van lijf
en been
wars van
dwang en esthetiek
puur in
vuur geharde steen
gepigmenteerde ruwe klei
opgebouwd uit lappen
aarde
vorm en
norm en regelvrij
bewust van eigen
waarde
een vredelievend figuur
uit het tijdloze ontstaan
gelouterd door het vuur
van last en
zorg ontdaan
Lampecco
⃟
VROUWENFIGUREN
VROUWENFIGUREN ELEGANT EN GRACIEUS
SIERLIJK GETOOID OF SOBER VAN LIJN
WAARDIG SEREEN HAAST RELIGIEUS
LOS VAN DE ZWAARTE LOS VAN DE PIJN
SCHOONHEID VERBEELD IN BRONS OF IN KLEI
HARMONISCH IN VREDE MET MENS EN NATUUR
TEVREDEN EN RUSTIG INNERLIJK BLIJ
Tro Tro
Seungho Yang
ZOLANG
DE DICHTER SPREEKT
ZOLANG DE DICHTER
SPREEKT MET RIJM
ZOLANG DE VRIENDEN
VRIENDEN ZIJN
ZOLANG EEN VOGEL
ZINGT IN ’T GROEN
ZOLANG HET TWAALF
SLAAT OVERNOEN
ZOLANG DE VROUW
DE MAN VERLEIDT
ZOLANG HET MENSDOM
BLIJFT BEREID
OM T LEVEN VERDER
DOOR TE GEVEN
ZOLANG BLIJFT D’AARDE
VERDER LEVEN
⃟
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
⭕⭕⭕
VOOR DE KINDEREN
Ayla mijn prinsesje
Ayla mijn prinsesje
Suikerzoetig besje
vergaart vreugde en
verdrietjes
Bij haar grote favorietjes
Geen kunst geen muzikaal
genie
Assepoester dora en k-drie
Clouseau, familie, thuis
De kampioenen op de buis
Beetje suiker beetje zout
Beetje zilver beetje goud
Halen het met klank
Op mijn klassiek
muziekgejank
Ayla is een flinke meid
Ayla is een flinke meid ,wijs verstandig, d’as een feit.
Ze doet gewillig wat er moet,
ietsje traag ,maar zeker goed.
ietsje traag ,maar zeker goed.
Zo is ze bij grote mensen,
ze vervult er al hun wensen.
ze vervult er al hun wensen.
Maar bij vriendjes en
vriendinnen,
op de school, op straat of binnen,
speelt ze baas en geeft bevel
met haar luide schellebel.
Leren doet ze flink in klas,
dat komt later goed van pas.
“Wijs” zo noemt de juffrouw haar
“bij de besten van haar jaar”.
Somtijds kan ze titsig zijn, loopt ze over van venijn.
Dan is er geen praten aan.
Gelukkig is dit vlug gedaan.
Gelukkig is dit vlug gedaan.
Af en toe haar zusje plagen.
Moyra flink op stange jagen.
Moyra flink op stange jagen.
Dan gaat de sirene luid,
“Moyra hou toch eens je snuit,
onze oren staan op springen,
onze oren staan op springen,
‘k hoor nog liever Callas zingen”.
Meestal zijn we erg tevree en is Ayla zeer gedwee.
Ik besluit dit rijmelwijsje met
“Ayla is een keitof meisje”
DINO’s
Dino’s bestaan in alle maten
Het beste is ze gerust
te laten
want hun muil kan vreselijk
zijn
met kaken als een everzwijn
De meesten hebben lompe
poten
met onderaan twee kokosnoten
Op ’t einde zwiept een
lange staart
Één mep en je bent van de
kaart
Een kleine dino is zo
groot
als een volwassen
vissersboot
En weet je hoe een grote
is
Nog groter dan een
wallevis
Er zijn er met een lange
nek
met kleine of met grote
bek
keurig in een lompe kop
met kleine oortjes
bovenop
Gelukkig zijn de oortjes
klein
Dat belet hen doof te
zijn
want hun gebrul dat
klinkt in d’ oren
is veel te luid om aan
te horen
De dino’s zijn van
d’aard verdwenen
lang voor mensen zijn
verschenen
Best dat ze niet samen
waren
de mens zou er niet goed
bij varen
Één dino mep op zijn
patat
en mens morsdood en
sjiekeplat
Een klein lief
diertje (voor Joran)
Een klein lief diertje in de wei
gekneed met water en met klei
opa heeft het vorm gegeven
nu kan Joran het doen leven
met een motor en wat wielen
in zijn buik en aan zijn hielen
dan botst het tegen alles aan
en is de lieverd naar de maan
Zet het dus maar stevig vast
op de tafel of de kast
Een spinnenkop
Een spinnenkop
met lange pootjes
zat boven op
’t plafond
Acht pootjes opgedeeld
in kootjes
dansten in
het rond
Een zuchtje
tocht kwam door een kiertje
en deed de
pootjes trillen
Daardoor zag
Moyra plots het diertje
en ging
zowaar aan ’t gillen
De spinnenkop
verschoot van schrik
en jumpte op
zijn gat
Opa’s schoen
gaf hem een tik
De spin was
dood en schiekeplat
In de auto
Ayla Moyra, flinke
meiden
Zijn met opa mee aan ’t
rijden
In hun hand een
pic-nic-mand
Richting speelplein
Wonderland
Het is rustig in de
wagen
Je hoort ons niet erover
klagen
Tot plots … een luide
gil
“Oma, Moyra wil…”
“neen, ’t is Ayla die
mij slaat”
“Moyra stop nu dat
geblaat
opa kan er niet meer
tegen
dat z’elkaar de pan uit
vegen
“hou nu op, je moet nu zwijgen
of wil je een pandoering
krijgen”
Stilte op de achterbank
“oef” zegt oma
“godzijdank”
De auto rolt eentonig
voort
tot plots de rust weer
wordt verstoord
“ opa, als we ophouden
met zwijgen,
wat is dat : een
“pandoering” krijgen?”
Jongensdromen
Door de bossen en de
velden
galopperen er op los
twee stoere jonge helden
twee ridders op hun ros
Takken zwiepen
rond hun oren
schaven armen en gezicht
maar dat kan de pret
niet storen
hun bestemming komt in
zicht
In zigzag tussen struik
en boom
rijdend naar ‘t
volwassen leven
ze maken waar hun jongensdroom
door ‘t beste van zich
zelf te geven
Moyra is een leuke meid
Moyra is een leuke meid
steeds
voor spel en lol bereid
“Oma
gaan w’een spelletje spelen
anders
ga ik me vervelen”
“Oma wil
haar dagblad lezen
je moet
wat geduldig wezen
even
wachten kan geen kwaad”
zo luidt
opa’s goede raad
Hoe veel
minuutjes is dat even
een twee
drie vier vijf of zeven
ik wacht
wel een minuut of twee
terwijl
ik kijk naar de teevee
Opa
speel je poppenkast
zet hem
daar op ‘t trapje vast
vooraleer
je gaat beginnen
moet je
een verhaal verzinnen
Opa
zuigt zonder verzuim
een
vertelling uit zijn duim
van een
toverfluit een vogelaar
en een
wijze tovenaar
Van de
koningin der nacht
die
alles kan met toverkracht
een
vogel in een gouden kooi
zo wordt
‘t sprookje super mooi
Hij
zingt erbij gekende wijsjes
van
vogelvangers en van meisjes
van
liedjes op een zilveren fluit
en
varkens met een lange snuit
“De
vogelvanger ben ik ja
steeds
vrolijk lustig hopsasa
ik
vogelvanger ben beroemd
in gans
het land word ik vernoemd”
(Mozart)
Alles eindigt happy end
met een
fluitje van een cent
Oma is
nu weer aan zet
tot het
tijd is voor het bed
Letters
lezen woordjes spellen
cijfertjes tot tien optellen
leren
over dier en mens
een slim
meisje is haar wens
Oma
zorgt met veel talent
dat haar
kleinkind alles kent
ze
stoomt Moyra helemaal klaar
voor het
eerste studiejaar
Moyra komt daar aangelopen
Moyra komt daar aangelopen
Zie toch haar zigeunerogen
En haar moorse krullebol
Hoor toch eens wat heeft ze lol
Met haar haren in de wind
Klein maar dapper zeer gezwind
Rent ze achter Ayla aan
“stop eens Ayla, blijf eens staan”
“jij bent groot hebt lange benen
Ikke klein en zal weer wenen
Als je mij hier achter laat
En alleen naar huis toe gaat”
“of gaan we eerst een blokje om
Een snoepje halen, Ayla kom
Naar de winkel op de hoek
Een snoep een lolli of een koek”
“’k heb gevraagd of we dat mogen
Dat is zeker niet gelogen”
“Moyra in je ogen staat een kruis
Kom we lopen vlug naar huis”
EUREKA EN DE SUPERMAN
Joran ,de schavuit
vindt slapende van alles
uit
staat ’s morgens in de
vroegte op
euréka spookt er in z’n
kop
Een heftuig of een
projektiel
iets dat glijdt of met
een wiel
’t is een makkie zo
gemaakt
raar hoe hij er wijs uit
raakt
Vedran kan een reus verslaan
Een flinke mep en 't is gedaan
Een dino is voor hem klein bier
Hij is niet bang voor mens noch dier
Hij weet alles en veel meer
Is sterker dan de ruigste beer
Er is niets dat hij niet kan
Vedran is een superman
PLOPSALAND
Geen schommels,
dat is lang
verleden
Geen bruin verweerde
bak met
zand
High-tech op kindermaat gesneden
Smeert de machine Plopsaland
De jeugd zwiert hoog
tegen het
blauw
En slingert razendsnel in ’t rond
De durvers laten los het touw
En molenwieken naar de grond
Een hoogverheven avontuur
In een doldraaiende kalkoen
Voor stoere jongens kort van duur
Doet giechels in hun broekje doen
Door de jungle met de boot
Dansend op de woeste baren
Piraten vechten tot ter dood
Overal loeren gevaren
Hoog boven een kalme zee
Klimt een boot steil naar een top
Dondert razend naar benee
En splasht luid knallend in het sop
Het jonge volkje is voldaan
De pret en leute kon niet op
’T is tijd om weer naar huis te gaan
Adieu tot ziens kabouter Plop
ZO MAAR EEN GEDICHTJE
Als
zomervogels vluchten
Als zomervogels vluchten
naar winterloze landen
het roodborstje komt
pikken uit je handen
Als tegen ’t raam een
kerstboom staat te pronken
etalages vol cadeautjes
lonken
Als sterretjes en
lichtjes blinken
kerstmisliedjes uit de
radio klinken
dan wordt de oude overbodig
en hebben we een nieuwe
nodig
BURKA
Ik voel me wereldvreemd
door iedereen bekeken
Ik ben een vreemde eend
door iedereen gemeden
Ik ben omhuld door
duister
met slechts een streepje
licht
Je stem klinkt als
gefluister
want ook ’t geluid is dicht
Ik ben mezelven niet
en heb dan ook veel
spijt
dat jij me niet als mens
kunt zien
maar als een rariteit
Ik werp naar jou geen
steen
Wel stenig ik de man
die vrouwonwaardig en
gemeen
de wet toepast van de Islam
een Westvlaams gedichtje
ZEGT EEN MOSLIMA:
MO-SLIM-MA da je gie ziet…..
vroeger was j’en domme griet
met een burka roend je vel
twas er doenker
lik de hel
twas ol de schuld van biegeloof
vo vrieheed was je pottedoof
mo je werd da stroentemoe
lopen lik a domme koe
nooit je vust op tafel leggen
oltied doen wat tander zeggen
en ineens ginj je op stroate
in tleven zie nooit te loate
om te doen wa juste is
en te zien wa got er mis
je burka was nie me terkennen
twas wel e bitje wennen
je was gekleed in a zwart rokstje
lik a schoon en deftig mokstje
a zwart bloesje en amaai santee
a schoane deftige dikoltee
me jen oar in krullen gefriseerd
kwam je of
geparadeerd
lik olle zefbewuste vrowen
verlost van klusters en van klowen
we gon lik moslim suffragetten
van voren in de moskee gon zitten.
EEN SCHAT VAN EEN VROUWTJE
GING LEREN
“HOE GA IK PIKANT
UIT DE KLEREN”
ZE STRIPTE ZICH BLOOT
MAAR SCHAAMDE ZICH DOOD
EN KROOP IN EEN
BURKA MET VEREN
De zwerver
Hij leeft bij maanlicht in het duister
de sterrenhemel is zijn dak
met als gezel het windgefluister
aan huisje
tuintje heeft hij lak
In foto’s zoekt hij naar zijn lot
dat hij probeert aan zich te binden
Gans zijn leven zal hij zwerven tot
hij ooit zijn doel zal
vinden
Orfeo achterna
DER
BASS
DER MÄNNERCHOR KLINGT
GUT IM OHR
WENN DER BASS DIE TÖNE
SINGT
WIE EINE GLOCKE AN DEM
TOR
SO WUNDERBAR DIE STIMME KLINGT
EIN ECHO WIE IM
BERGENLAND
SO
SETZT DER BRONZENE LAUT SICH FORT
ÜBERALL
WO EINE GLOCKE STAND
VON EINEM BIS ZUM
NÄCHSTEN ORT
ES KLINGEN TIEFE WARME
KLÄNGE
MAN HÖRT EINE SCHÖNE MELODEI
ES SINGT UND KLINGELT
EINE MENGE
MIT DEM MÄNNERCHOR DABEI
OUDERDOM
Af en toe een gewricht dat kraakt
een woord waar je niet meer uit geraakt
een naam die je vergeten bent
een gedicht dat je niet meer van buiten kent
vormen samen met de grijze haren
het einde van de jonge jaren
De ouderdom is ingetreden
geen weg terug naar het verleden
de jeugd is definitief voorbij
niet te keren is het tij
de felle kleuren worden grijzer
men kent minder maar wordt wijzer
Maar zolang er hoop is is er leven
Zolang de handen nog niet beven
kan ik gedichten schrijven kan ik beelden maken
een hoek af hebben in vervoering raken
Een beetje gek zijn doet geen zeer
af en toe maar niet steeds weer
ZILVERWIT
De maan penseelt op jouw
gezicht
dat wordt gegijzeld door
de nacht
een zilverwit fluwelen
licht
dat op het ochtendgloren
wacht
Een duistere schaduw
glijdt voorbij het zilverwit over je wang
Je duwt je zacht tegen
mij aan en fluistert
echt ik ben niet bang
Het zilverwit komt
langzaam weer
de schaduw is verdwenen
De angst verdwijnt de
rust keert neer
Je trilt nog op je benen
Op hals en borsten en
gezicht
wordt een kunstwerk
aangemaakt
De maan penseelt zijn
zilveren licht
Wat ben je mooi zo
helemaal naakt
Ze is zo lief
Ze heeft twee lieve rare
ogen
in een gezichtje vol en
rond
twee wangen bol gebogen
en een wiebelende kont
Praten kan ze honderduit
steeds over één
verhaaltje
lachend flapt ze het er
uit
in haar eigen gekke
taaltje
Met armen en met benen
raakt ze op den dool
er is iets met haar
genen
ze is zo lief ze is
mongool
De schaduw
van de nacht
Waar is de sneeuw van gisternacht
waar zijn de tranen van de liefde
waar de mateloze macht
waar is de leugen die mij griefde
De avond was
verwachtingsvol
de nacht een kille desillusie
de hoop werd gore platte lol
vriendschap kantelde in ruzie
Waar is het ongrijpbare licht
waar de schaduw van de nacht
waar is de maan op mijn gezicht
luister hoe het donker
lacht
De Naam van de Roos
“What's in a name?
that
which we call a rose
.By any
other name would smell as sweet.”
Haar geur zo delicaat zo broos
haar naam welluidend als een lied
Geef de roos een andere naam
dan blijft ze geuren niettemin
wellicht blijft rozengeur haar faam
maar ‘t lied
klinkt vals en zonder zin
Vluchtig proeft haar zwoele geur
beroert de lippen met de hand
maar haar eertijds roze kleur
is van het netvlies weggebrand
Weg is de naam
weg is de
roem
de roos kan nu haar wonden likken
geknakt de stengel verslenst haar bloem
enkel de doornen blijven prikken
Dat
heet dan gelukkig zijn
Geluk ligt in de kleine
dingen
Een timbrado horen
zingen
Een lammetje dat euforisch
raakt
en gekke bokkensprongen
maakt
een veulen dat uit zijn
startblok schiet
als het een
zonnestraaltje ziet
Geluk ligt in het samen
zijn
de zon die spiegelt in
een beker wijn
de maan die schaars haar
licht
in clair obscuur
penseelt op het gezicht
van iemand waar je kan
op bouwen
die je blindelings mag vertrouwen
Geluk dat kan je overkomen
of onbereikbaar zijn in dromen
die je hopeloos doen verlangen
naar eeuwige
sirenenzangen
naar sehnsucht nach das heimliche
naar schmerzen und das
weibliche
De
vlinder
Hoe dartel
fladdert en vlindert de vlinder
vleugelend
wiekend mee met de wind
mee met
de camper kent hij geen hinder
geen
angst voor het rijden net als een kind
Hij
wenkt door de voorruit
naar de chauffeur
naar de chauffeur
knippert
zijn ogen vertelt met zijn sprieten
lachend
en blij
zingt een lied in majeur
zingt een lied in majeur
alles
is blijheid ’t is alles genieten
Zo
fladdert en dartelt en vlindert de vlinder
hij
vleugelt wiekend mee met de wind
vliegt
mee met de camper
geen angst en
geen angst en
geen hinder
niet
bang voor het rijden
net als een kind
net als een kind
Vakantiestrand
Fluweelzacht
naakt ligt zij op ’t strand
en onder hete
zon ontbrandt in mij de lust
om naast haar gladde dijen neer te vlijen
De ogen dicht
de mond iets open
haar lippen vochtig
haar lippen vochtig
Het doet mij
op een wonder hopen
Hitsig krijst
een meeuw hoog in de lucht
Een briesje
antwoordt met een zucht
waarop een
donspluim spiraalt boven de zee
Hij voert
verlangen met zich mee
Het briesje
streelt haar lippen
het verlangen
kust haar mond
de pluim aait
gans haar naaktheid rond
De ogen zijn
nu niet meer dicht
maar knipperen
onder ’t felle zonnelicht weerkaatsend op het blonde strand
Haar gedachten
zijn verbrand
verschroeid
door het verlangen waarin haar lichaam zit gevangen
Fluweelzacht
naakt ligt zij in ’t zand
met op haar dij
mijn warme hand
Waar de zee de lucht
ontmoet
’s Morgens
waar de zee de lucht ontmoet
kleurt als vloeibaar goud
oranjerood de zonnegloed
De lucht is koud
Uit zee verrijst blinkend zilverwit
dat dra verwordt tot gouden bol
de zon
Eén moment aan ’t water vast geklit
slaat ze nu op hol
Nog even en de gloed muteert
tot helder blauw azuur
die ‘t rood en goud gans op soupeert
weg de gloed
weg is het vuur
Hoog in het blauw
pronkt een blanke schijf
Zij verwarmt de aarde
Zij verwarmt mijn lijf
EERWAARDE PASTOOR HAD EEN KATER
HIJ DEED TEVEEL WIJN IN ZIJN WATER
HIJ GING MET EEN SMOES
BIJ BUURVROUW HAAR POES
HAAR FRANK VIEL PAS NEGEN MAAND LATER
Etalagegedicht
In de etalage lees ik een gedicht.
Kijk hoopvol naar een slanke vaas,
een mooie schaal,
en zacht belicht
een foto van je knap gezicht.
Een pop die spreken kan prijkt op de schouw.
Ze heeft een hoofd dat lijkt op jou.
Op tafel ligt een koekendoos waarop je foto
met in je haar een roos.
Een mannequin, ietwat verweerd,
is met jouw bruidsjurk gedrapeerd.
Ze draagt juwelen
schreeuwerig vals,
een spinnenweb kleeft rond haar hals .
De witte jurk kleurt geel en vaal
en rafelt gans uiteen,
de pop is kaal en heeft een barst
in ’t linker been.
Het gedicht met mooi begin,
ontaardt in woorden zonder zin,
in wartaal zonder einde noch begin.
Ik lees wat er niet staat
en weet niet hoe het verder gaat
Dit is niet echt, dit is een droom.
Het gedicht is een fantoom.
Het gedicht is een fantoom.
DE OESTERS
Op een ziltig zeewierbed
liggen oesters geil gespreid
rondom met parelmoer bezet
tot het liefdesspel bereid
Schaamteloos wijd open
trillend in hun ledikant
wachten ze
en hopen op een grijperige hand
Minnaars drummen in het rond
met begeerte in hun blikken
Het kwijl loopt uit hun mond
het vocht dauwt op hun lippen
Een dozijn om te beginnen
aan dit Bourgondische festijn
Oesters moet men beminnen
met tussendoor een glaasje wijn
Posseïdon en zeemeerminnen
de parels uit de oceaan
glijden liefdevol naar binnen
om tot maagsap te vergaan
Hemel wordt gebeft door hel
in dit amoureuze avondmaal
Het culinaire zinnenspel
heeft de minnaars ruim voldaan
MEDITERANU(E) .....ZO NU EN DAN
DE PARADE VAN HET
BLOOT
Buikje plat of spannend rond
mooi rechtop of doorgezakt
borsten voorwaarts strakke kont
alles naakt niets ingepakt
Alle soorten alle maten
atleten of een manke poot
allen houden we in de gaten
de parade van het bloot
Daar een dame met een piercing
iets dat blink daar onderaan
blijkt een ketting met een ring
die blinkend slingert bij het gaan
Trots als een gieter komt een heer
met op zijn mannelijkheid een ring
die op en neer gaat heen en weer
zin lid rechtop onder het ding
Kijk daar komt nog nooit gezien
tepels spannend recht vooruit
een rekbaar tuig vast aan een priem
trekt de borsten tot een tuit
Het houdt niet op ze blijven gaan
wit en bruin en soms wat rood
voorop ontbreekt een grote vaan
met “de parade van het bloot”
Een
minnaarshand
Borsten puntig naar het blauw
azuur
azuur
het haar gebonden met een kraal
haar lijf gebruind van zonnevuur strak
gespannen
glanzend kaal
vloeiend glooiend als het zand
en op haar buik een minnaarshand
De hand strijkt strelend heen en weer
Er loopt een rilling door haar maag die
weet wat komt
want menig keer ging deze hand van hoog
tot laag
Vingers roeren elke snaar tot onderhuids
muziek ontstaat
Passioneel klinkt diep in haar dwingend obstinaat de maat
Het ritme stuwt de spanning op
Muziek en klank gaan wild te keer
De bolero stijgt naar de top ebt weg
en keert nog feller weer
De klank verwordt tot wilde chaos
De vellen van de pauken scheuren
Cello’s
springen snaren los
en klanken monden uit in kleuren
Muziek en kleuren schreeuwen luidt
en deinen in de kosmos uit
HET ZWIJNENSTRAND
Nou moe
wat is het daar een heel gedoe
op het strandje van de zwijnen
bij de libertijnen
Al wat rustig ligt te bruinen
in de glooiing van de duinen
ontwaakt door een of andere hand
die zomaar opduikt uit het zand
Elkeen wordt naar wens beloond
voor de show die wordt vertoond
Toeschouwers krijgen het warm
en rukken zich een lamme arm
Cap d’ Agde
Ze
liggen in hun blootje kris-kras door elkaar
wat
is het daar een zootje per drie een solo of per paar
Libertijnen
alle maten erg vaardig in het spel
van
bezig zijn en laten nu eens traag en dan weer
snel
L’amour
wordt er bedreven
in ’t
Hollands Duits of Frans
wat
dood scheen komt tot leven
een
doetje wordt weer man
Ze
blazen zachtjes op de fluit en strijken menig snaar
soms
eens stil en dan weer luid
zo
wordt ‘t orkestje gaar
Het
zand wordt met een lapje zorgvuldig weggeveegd
af en
toe neemt men een hapje
tot
heel de inhoud is geleegd
Speeltjes
zijn er overbodig zitten zo onder het zand
veel
meer is er niet nodig dan twee lippen en een hand
Achteraf
eens pootje baden om de hitte af te sproeien
tot
men weer is opgeladen en terug kan verder stoeien
Zolang
de zon blijft gloeien
kan
het spektakel verder gaan
de
bloempjes blijven bloeien de stengels blijven staan
Dit
eros openlucht-theater is vrij voor alleman
voor
doenders en voor gapers alles mag er alles kan
’s
Avonds gloeit de zon nog rood
geen
libertijn meer op het strand
’t
was weer een overdaad aan bloot
het
liep waarachtig uit de hand
Na de
opwinding aan zee zijn ze niet aan slapen toe
de
village speelt nu mee alles mag niets is taboe
Een
sangria aan Port Natur
strategisch
om het te aanschouwen
dit
defilé vol avontuur
van
bloot en opgedirkte vrouwen
Mini
krijgt er tien op tien
van
boven laag van onder hoog
verbazend
wat we allemaal zien
wat
een weelde voor het oog
Kort
van stof alles te zien ringen piercings of een slot
hier
een ketting daar een riem
niet
te beschrijven al te zot
Een
slavin op hoge hakken vergezeld van man met zweep
doet
ons wat naar adem snakken
gans ’t terras is in haar greep
gans ’t terras is in haar greep
Getooid
met kralen en met klitten
wijdbeens
behangen met metaal
komt
ze toch wel naast ons zitten
oh
mijn god wat een verhaal
Ranke
dijen zo wijd als kan manlief met zweep er tussen in
dit
spel houdt iedereen in de ban
en dat is duidelijk naar haar zin
en dat is duidelijk naar haar zin
Een
man met naaktkledij behangen
blijft aan de grond genageld staan
blijft aan de grond genageld staan
van
danig zinnelijk verlangen
begint zijn klokkenspel te slaan
begint zijn klokkenspel te slaan
De
zon gaat onder in de nacht
publiek
en spelers gaan hun gang
wij
gaan naar huis en slapen zacht
maar
elders anders is’t gang bang
De
zeemeermin
Het strand was rustig en
sereen
tot plots een zeemeermin
verscheen
Ze had een staartvin en
geen benen
armen vingers maar geen
tenen
Ze spoelde op het
naaktstrand aan
liggend want ze kon niet
staan
Al de blote
zonaanbidders
voelden zich plots koene
ridders
Ze stormden op de
meermin toe
wat een tumult wat een
gedoe
Oude mannen jonge knapen
stonden voor het ding te
gapen
Ze staarden naar haar
mooie vlechten
duwden trokken gingen
vechten
drumden voor de eerste
rij
iedereen wilde dichtbij
Plots kwam leven in de
dame
“Heren niet allen tesamen
Ook een viswijf heeft
haar rechten
Ik zal kiezen en
beslechten
wie de ware minnaar is
krijgt het wijf
de rest de vis”
Dat topje dekt maar voor de helft
Les huitres
Elles se laissent ouvrir
les charmantes minettes
pour jouir
Elles se présentent mouillés
les mignonettes
comme des putins perverses
près d’etre consommées
les huitres toute ouverte
De genderhype
Een vrouw is vrouw een
man is man
’t gebeurt ook dat het
anders kan
dan is een man misschien
wel vrouw
of is een vrouw wat grof
van bouw
Er zijn nog vele andere
vormen
geslacht of sekse kent geen normen
de seks verandert met
het lijf
een man vandaag is
morgen wijf
De genderhype rolt maar
voort
het heeft zelfs invloed
op het woord
dames heren kan niet
meer
wie weet is dame wel een
heer
Me too zit nu in de problemen
een hand die grijpt
tussen de benen
een zachte druk tegen
het lijf
komt ’t van een man of
van een wijf.
Mooi gewelfd
Meid wat ben jij mooi gewelfd
de rondingen er onder
dat heerlijk welvend wonder
waar menig mannenogen
verwachtingsvol zijn ingevlogen
Twee heerlijkheden rondgebogen
onweerstaanbaar in de ogen
dansen zachtjes op en neer
wiebelen vrolijk heen en weer
De welving in het midden
verdient de hemel zonder bidden
A la plage
A la plage tout perdu
j’ai vue une jolie femme nue
Elle me criait au secours
c’etait a six heure ce jour
J’ ai preté ma mouchoire
pour cacher un peu sa gloire
Elle l’
a jeter dans l’eau
ne voulait pas cacher sa peau
Alors elle m’a donné sa belle figure
que j’ai sculpté dans une sculpture
Zomermeisjes
De zon plakt zweterig en
fel
Meisjes lopen schaars
gekleed
het hemdje drijfnat aan
hun vel
het is dan ook
behoorlijk heet
De lucht voelt klam als
saunazweet
In een jeansshort kort
en strak
hebben meisjes lange
benen
Nu hun rokje is verdwenen
zijn ze meer op hun
gemak
Bloesje open met een
knoop
laat iets zien verwacht
een hoop
Fout gedacht want niet
te koop
Telkenjare keer op keer
verlang ik zomermeisjesweer
KLEI
niet gebakken
niet gebakken
gedroogd,verhard, geverfd